De aankomst op zondag 8 oktober in Taipei was niet de soepelste ooit, met een bagagestuk dat “ontbrak” (er hing een bordje op de bagageband met daarop de bagage die de reis van Amsterdam naar Taipei niet had gemaakt, om wat voor reden dan ook) en problemen om contact te krijgen met het autoverhuurbedrijf dat ons van het vliegveld zou ophalen. Ook het weer was niet op zijn best, vochtig en regenachtig, maar dat zou gelukkig geen slecht voorteken blijken te zijn, achteraf gezien zouden we heel weinig te klagen hebben over het weer voor de duur van de reis. Hoe dan ook, uiteindelijk stapten we in ons luxe zwarte busje en vertrokken we naar onze eerste bestemming. Militaire vliegtuigen waren natuurlijk het hoofddoel, maar er was ook wat civiele interesse en voor sommigen in de groep stonden ATR-vliegtuigen hoog op hun lijstje. Dus waar konden we beter beginnen dan op het Songshan vliegveld van Taipei, waar zowel militaire als civiele vliegtuigen staan. Omdat het een zondag was, was er niet veel hoop dat er iets militair zou vliegen, maar er werd wel verwacht dat er enkele legerhelikopters op de basis zouden zijn ter voorbereiding op de flypast over de stad over een paar dagen.
Tegen de tijd dat we de juiste plek hadden gevonden bovenop het gebouw van de groentemarkt aan de westkant van de nadering, was de druilerige regen opgehouden, vlogen de ATR’s en hadden we de eerste van vele (altijd enthousiaste) lokale spotters tijdens onze reis aan de haak geslagen. Twee NASC helikopters (de semi-militaire reddingsdiensten, vergelijkbaar met bijvoorbeeld de Franse Sécurité Civile) maakten het leven voor de niet-civiele fotografen interessant, gevolgd door de verrassende aankomst van twee C-130’s. Erg leuk, de eerste twee in de pocket! Na genoeg gezien te hebben vanaf deze geweldige plek probeerden we het gebouw te verlaten, maar we hadden niet alleen wat moeite met het betalen van het parkeergeld (had geen probleem moeten zijn, maar moe en met een jetlag…) maar ook besloot een lokale jongen wat (gelukkig lege) plastic kratten tegen de zijkant van ons op dat moment nog glimmende busje te laten vallen, niet met opzet zeker maar we kwamen er pas later achter dat we een kleine deuk hadden. “Don’t be gentle it’s a rental”, maar dit op de eerste dag is belachelijk.
Fotografen die de afgelopen negen jaar of zo in Songshan zijn geweest, zullen zich waarschijnlijk het café en platform tegenover de militaire hangars herinneren, maar helaas is dit nu gesloten en in feite helemaal verdwenen, wat het leven voor de militaire spotters een beetje moeilijker maakt. Onze nieuwe Taiwanese vriend had ons verteld over een tempel in de heuvels waar je een goed uitzicht had over het hele vliegveld, dus besloten we dat eens te proberen. Eenmaal daar vonden we een mooi tempelcomplex dat de moeite waard was, maar de afstand tot het vliegveld was te groot om iets af te lezen. Dus gingen we terug naar beneden en vonden we twee plekken waar we zonder al te veel moeite over de muur konden gluren en een heleboel nummers konden aflezen, waaronder die van de beloofde Blackhawk- en Chinook-helikopters van de landmacht. Voor foto’s zijn deze plekken niet ideaal, maar er zijn er toch een paar gemaakt.
Taiwan is een fantastisch land voor bewaard gebleven vliegtuigen, je zou gemakkelijk de hele reis kunnen spenderen aan het opsporen ervan. Wij daarentegen maakten er een gewoonte van om er “gewoon” elke dag een paar te doen, en op deze eerste dag begonnen we goed met in totaal zes F-5’s en een F-86. Het vinden van die laatste was geen probleem, maar het vinden van een plek om onze auto te parkeren wel. Uiteindelijk konden we kort parkeren op een privé parkeerplaats van de American Club, de bewakers waren of onder de indruk van ons grote mooie zwarte busje, of dachten dat we toch Amerikanen waren. Op een van de F-5 locaties besloot een van onze groep onvrijwillig even snel te gaan liggen op een gladde stoep, met als resultaat een modderige broek, wat expliciet taalgebruik en paniekerige locals.
De lange dag eindigde in ons hotel in Taichung, waar het warme buffet uitstekend was en de doe-het-zelf biertap bij de prijs was inbegrepen.