USA V 2016
Verslag van onze vijfde reis naar de USA in november 2016. In november 2016 trok een kleine groep van in totaal 6 personen naar de Verenigde Staten voor een tiental dagen “sun & fun”. Op het programma stonden onder andere twee vliegshows en een aantal bezoeken aan trainings-velden van zowel de Navy als de Air Force. In combinatie met het fraaie weer was het wederom een garantie voor een geslaagde trip.
Vrijdag 4 november, het merendeel van de groep stond ‘s morgens vroeg op Schiphol al klaar in de startblokken voor de heenreis: via Madrid naar Miami. Eén groepslid had zelf de heen- en terugreis geregeld en zou op eigen gelegenheid naar het eerste hotel komen. De hele US Immigration procedure is tegenwoordig merendeels geautomatiseerd met self-service zuilen, maar dat werkt toch nog niet zo vlotjes en leverde meer vertraging dan tijdswinst op… Het verkrijgen van onze huurauto leek in Miami wél vlot te gaan, totdat bij het uitrijden van de parkeergarage bleek dat wij een auto hadden uitgekozen die niet meer inzetbaar was…en dus konden we onze bagage over gaan laden in een andere huurauto en met een kwartiertje vertraging alsnog onderweg. Slordig dat men jou wel eerst deze auto uit laat kiezen. Inmiddels was de avondspits begonnen en kostte het enige tijd en moeite om het drukke stadsverkeer te doorkruisen richting onze eerste bestemming: Homestead. De Clinton / Trump verkiezingstijd was in volle gang en dat was her en der goed te merken, met kleine samenscholingen van aanhangers en mensen die in de rij stonden om alvast vervroegd hun stem uit te brengen. Het verkeer richting Homestead bleef druk waardoor we iets later dan gepland bij ons motel voor de eerste twee nachten aan kwamen. De vermoeidheid na de lange reis zat er blijkbaar goed in, want de hele auto wist de F-4 Phantom te missen waar we op niet meer dan 20 meter afstand langs zijn gereden. In het donker weliswaar…..maar toch.
Zaterdag 5 november, stond geheel in het teken van de “Wings over Homestead Open House and Air Show 2016”, dus vroeg uit de veren en op tijd in de rij bij de hoofdpoort. Maar een echte rij bleek er niet te zijn en dus stonden wij een twintigtal minuten vóór opening bijna helemaal vooraan. Even navragen bevestigde gelukkig dat wij zonder problemen onze fototassen mee het veld op konden nemen. Klokslag acht uur werden we welkom geheten door iemand van security, werd er wat gejoeld uit het kleine groepje al aanwezige publiek, en konden we door de tassencontrole. Die was op dat moment van de dag nog vrij strikt zodat sommigen echt al hun tassen en zakken leeg moesten halen… Na deze horde te hebben overwonnen was het kiezen tussen een stukje lopen naar het platform, of wachten op een door een pickup truck getrokken “treintje”. Wij kozen er voor om te gaan lopen, wie weet wat we onderweg nog tegen gingen komen? Het bleek een stevige wandeling te zijn van minstens 10 minuten, geen wonder dat geen enkele Amerikaan koos voor deze optie! Desondanks kwamen wij toch als één van de eerste bezoekers op het platform aan. De static show bleek vrij klein te zijn, maar de kwaliteit was goed, met onder andere een B-52 en B-1. Typisch Amerikaans het merendeel zonder hekken of linten er om heen, altijd weer een uitdaging voor de fotograaf. Een deel van het platform was niet toegankelijk, hier stonden alle toestellen die zouden gaan vliegen, het merendeel warbirds. Het operationele platform met de gebaseerde F-16’s was helaas niet zichtbaar, jammer voor diegenen die ook in nummers zijn geïnteresseerd. Ook jammer was het volle tegenlicht richting de start- en landingsbaan, wat nog een hele uitdaging ging worden voor de fotografen. De show ging van start met een demonstratie van de US Army Golden Knights para demonstratie team, inclusief hun fraaie Fokker C-31A Friendship. Veel gezwaai met vlaggen en patriottisme over de speakers natuurlijk, wat heel de dag zo ook wel zou blijven, je wordt gewoon bijna murw gebeukt met patriottistische praat en muziek. Het hoort er gewoon allemaal bij in de huidige VS… Vier F-16’s van het eigen veld deden een aanval op het eigen vliegveld, met veel rook en vuur maar wel vrij hoog en ver weg. En zoals al gezegd met alleen maar tegenlicht. De show wisselde daarna af met veel (civiele) stuntvliegers en warbirds. Entertainment was er zéker, hoogwaardige vliegkunsten en als het even uitkwam met explosies en veel rook. Niet alleen in de lucht maar ook op de grond dankzij “Shockwave”, een truck aangedreven door drie straalmotoren mét naverbranders. Door de militairen werden we tussendoor getrakteerd op een Border Patrol UH-60, de Super Hornet demo van de marine, en uiteráárd de Thunderbirds. Helaas was het fraaie weer van de dag ‘s middags omgeslagen naar grijze bewolking en stevige buien, en aan twee daarvan wisten we helaas niet te ontkomen. De Thunderbirds konden gelukkig tussen die buien door nog wel hun “lage bewolking” show doen, voor het publiek dat besloten had om nog even te blijven. Tijdens de tweede hoosbui, tegen die tijd was het merendeel van het publiek al “gevlucht” en stonden wij te schuilen onder een van de allerlaatste nog vliegende C-5A Galaxy’s, kwam er nog een C-17 voor de static show binnen. Daarna was het ook voor ons echt gedaan en zijn we aan de wandeling terug naar de poort en onze auto begonnen. Op de terugweg naar ons hotel nog even een paar plaatjes gemaakt van de F-4 die we de avond ervoor zo briljant hadden weten te missen.
Zondag 6 november, was dag twee op Homestead, hoewel we van te voren al besloten hadden om niet de hele dag te blijven. We waren wederom vroeg en stonden vooraan bij de ingang, de tassen controle ging nu wat vlotter (het scheelt om al je spulletjes in één tas te hebben in plaats van verdeeld over tien) en we besloten om vandaag toch maar met het “treintje” te gaan. Eenmaal op de static was het even haasten om de vliegtuigen waarvan het gisteren niet gelukt was om ze zonder mensen er voor of er onder te knippen nu wél zonder ander publiek te fotograferen, waaronder de B-1 en de B-52. Rond het middaguur hielden wij het wel voor gezien en namen we het treintje terug naar de poort. De begeleidster die mee reed was blijkbaar ergens haar zonnebril verloren waardoor het treintje een stukje om reed op zoek naar die bewuste bril. Onverwacht bracht ons dat toch nog even mooi in het zicht van het operationele platform, al was het maar voor heel even. De fotografen hadden er niets aan maar het leverde wel nog een paar extra F-16 nummers op! Het einddoel van deze dag waren de zuidelijker gelegen Florida Keys, maar wij zijn eerst een stukje naar het noorden gereden, voor het “Wings over Miami” museum op het Executive Airport van Miami, welke voorheen misschien beter bekend stond als Kendall-Tamiami. Dit is een merendeels “vliegend” museum, wat wil zeggen dat bijna de gehele collectie vliegwaardig is en privé bezit. Een deel van de verzameling stond en vloog zelfs op de vliegshow op Homestead, maar desondanks stond de hangaar toch nog redelijk goed vol. De (uiteraard niet meer vliegwaardige) F-14 Tomcat stond er helaas in een hoekje gedrukt behoorlijk on-fotografeerbaar bij, ondanks de trap waarvan wij dankzij een aardige museum medewerker even gebruik mochten maken. Na Tamiami was het op naar de Keys, een rit van zo’n twee-en-een-half uur. Ons hotel voor de komende nacht was in het plaatsje Marathon, halverwege de Keys en op steenworp afstand van het lokale vliegveldje. Hier vonden wij onder andere nog een Beech C-45 in een soort van museumpje (helaas gesloten en niemand te bekennen) en een Cessna 172 in nep US Army kleuren. ‘s Avonds weer prima gegeten en gezellig nog wat gedronken met de groep.
Voor deze maandag 7 november was het verkrijgen van een basisbezoek op NAS Key West helaas niet gelukt, vandaar dat wij ons geluk vandaag van buiten het veld gingen proberen. Het was sowieso een keer leuk om op de Florida Keys te zijn geweest. Zoals de naam het al zegt loopt de “Overseas Highway” voor een aardig deel op palen over de zee tussen de eilanden, en met het zonnetje en het blauwgroene water er bij was het een genot om naar Key West te rijden. Het marine vliegveld is helaas niet een van de meest overzichtelijke en van buiten af “makkelijke” vliegvelden: er zijn drie banen waaruit men kan kiezen (uiteraard afhankelijk van de wind) en weinig plekken met zicht op de banen en platformen. Helaas bleek in ons geval niet de meest gunstige baan in gebruik te zijn, en we hebben ons na enig zoeken en uitproberen moeten behelpen met posities in de start en in de landing, de eerste net te ver weg maar dichterbij komen ging niet, en de tweede ook nog eens met tegenlicht. Leuk voor de nummers maar des te pijnlijker voor de fotografen waren de F-35C’s van de marine/mariniers die hier tijdelijk gebaseerd stonden: echt mooie foto’s zijn het niet geworden. En dat gold net zo goed voor de F-5’en, F-18’s en andere gebaseerde en bezoekende toestellen. Kortom leuk spotten, minder leuk fotograferen. De volgende keer toch maar een basisbezoek, of in ieder geval hopen op andere wind. Rond half twee was het echt tijd geworden om terug te rijden naar Miami, aangezien we ‘s avonds nog naar Atlanta zouden vliegen. Het weer leek ook vandaag weer ‘s middags om te slaan dus een tijdig vertrek van Key West was geen grote teleurstelling. Ondanks het drukke verkeer waren we nog net mooi op tijd bij het vliegveld van Miami om even een bezoekje te brengen aan de technische school die net buiten het vliegveld ligt. Er waren nog leerlingen aan het werk en na even vriendelijk vragen mochten we zowel dankbaar gebruik maken van de toiletten én onder begeleiding de vliegtuigen fotograferen. Daarna de auto afgetankt, ingeleverd, en op naar de incheckbalie voor onze vlucht naar Atlanta. Ook hier weer zelf geautomatiseerd inchecken, onduidelijk en de helft werkte niet, en ook hier weer meer tijdverlies dan winst. Gelukkig hadden we geen grote haast, tijd genoeg om nog ergens te gaan eten, om daarna (goede timing!) zo het wachtende vliegtuig in te lopen. Het gevoelsmatige eerste deel van onze trip zat er al weer op.
Tegen de tijd dat we in Atlanta waren geland was het tegen middernacht, dinsdag 8 november. Je hoopt dan natuurlijk op een vlotte afhandeling om zo snel mogelijk in de “nieuwe” huurauto te zitten onderweg naar ons hotel voor een toch al korte overnachting. Helaas duurde niet alleen het wachten op onze bagage nogal lang, maar ook het ophalen van de huurauto bleek weer een heel avontuur en een uitdaging voor de reisleider. Het immens grote Rental Car Center bleek om middernacht namelijk uitgestorven verlaten te zijn, en let wel: we hebben het hier over één van de drukste luchthaven in de wereld! Een self-service kiosk (niet wéér een!) en een video-gesprek met Jim van de verhuurmaatschappij leek even uitkomst te bieden, maar er kwam na veel vijven en zessen vanwege het buitenlandse rijbewijs alsnog een kink in de kabel. Uiteindelijk kregen we na veel vertraging in de parkeergarage zelf toch nog een auto mee. Bijna dachten we onderweg te zijn…maar nee…bij het uitrijden bleek ook déze auto niet meer rij waardig te zijn, moesten we weer terug en overladen in een andere auto. Zucht… En zo werd het half twee in de nacht voordat we onderweg waren. Nu hadden we de mazzel dat we bij het passeren van de staatsgrens tussen Georgia en Alabama in een andere tijdzone terecht kwamen en daardoor de klok een uur terug ging, zodat de aankomt bij de Motel 6 in Oxford (Alabama) iets voor drie uur in ieder geval gevoelsmatig nog “redelijk” leek. Eerlijkheidshalve moet daar wel bij gezegd worden dat we het onderweg unaniem ondanks het late uur toch niet konden laten om nog twee w&r locaties langs de route aan te doen, wat toch mooi niet alleen een Huey maar ook niet minder dan drie F-105’en opleverde!
De nacht was dus kort…maar geen tijd om ons daar lang druk om te maken want deze dinsdag stond er weer genoeg op het programma om er wederom op tijd voor op te staan. Eerst weer een anderhalf uur rijden naar Birmingham (Alabama). Hier hebben we even gekeken bij het militaire deel van het vliegveld (KC-135’s) maar wij waren hier vooral voor het museum. Gelukkig staat het merendeel van de collectie buiten op twee locaties, die konden alvast gefotografeerd worden wachtend totdat het museum de deuren ging openen. Heel veel tijd hadden we er niet voor en toen we eenmaal naar binnen konden was het vooral rennen om in de kort beschikbare tijd alles gezien en gefotografeerd te krijgen. Maar dat lukte allemaal prima en op het geplande tijdstip zaten we al weer in de auto op weg naar ons eerste basisbezoek van de trip: NAS Meridian. Hier hadden we een vrij kort maar erg gewaardeerd bezoek. Het platform met de sunsheds bleek helemaal leeg te zijn, met de aanwezige T-45 Goshawks verder op het platform geparkeerd. Een enorme sinkhole op het platform bleek hiervan de veroorzaker. Onze begeleiders wilden ons ook graag even mee nemen naar de kop van de actieve baan om de landende T-45’s van heel erg dichtbij, op het touchdown punt, te fotograferen. Dit werd erg gewaardeerd en was ook gewoon erg gaaf om te zien. Ook de uitleg over het landingssysteem met de lichten en spiegel (dezelfde “ball” zoals ook gebruikt op de vliegdekschepen) was top. Helaas konden wij hier niet heel erg lang blijven staan, en na een paar landende T-45’s moesten wij het veld, met een laatste stop bij de preserved toestellen, al weer verlaten. De nieuwe Public Affairs man was helaas minder toegeeflijk als het aankomt op een bezoek aan de hangaars. Desondanks een leuk én leerzaam bezoek! De laatste paar uren daglicht hebben we doorgebracht op het andere vliegveld van Meridian, Key Field, waar niet alleen KC-135’s en Chinooks gebaseerd staan, maar ook heel regelmatig T-45’s op bezoek komen en trainers van Columbus AFB approaches maken. Daarnaast komen er ook de typisch Amerikaanse treinen vlak langs, wat ook door sommigen in de groep gewaardeerd werd. Een terug kerende Chinook verraste ons door op het civiele platform te zijn geland in plaats van het eigen militaire (en veel minder goed bereikbare) platform. De nachtrust was, gezien de vorige korte nacht, méér dan welkom.
Ook woensdag 9 november was er geen tijd om uit te slapen, maar heel veel haast hadden we ook niet. We werden pas ‘s middags verwacht bij de poort van Columbus AFB voor ons tweede basisbezoek, en daarom hebben we het merendeel van de ochtend op ons gemak weer door kunnen brengen op Meridian Key Field. Er stonden nu zelfs zes bezoekende T-45’s aan de civiele kant, waarvan één in speciale kleuren met haaienbek, die ook nog eens fraai te fotograferen was. Verder werden we ook getrakteerd op een vertrekkende KC-135, de T-45’s die weer vertrokken, een touch-and-go ’ende T-1 en een paar T-6’en die approaches maakten. Eenmaal bij de poort van Columbus moesten we nog even wachten op onze begeleidster, en het is dan behoorlijk frustrerend om de T-6’en laag over te zien vliegen, en de T-38’s op iets meer afstand. Gelukkig was deze ongemak en het wachten méér dan de moeite waard, want toen eenmaal onze begeleidster was gearriveerd stelde ze ons niet teleur. Nadat we eerst langs het T-1 platform waren gelopen, gingen we daarna naar een apart opgestelde T-1, T-6 en T-38. Ze krijgen hier zo veel bezoeken dat het makkelijker is om gewoon van elk type er één apart te houden zodat de bezoekers ze aan kunnen raken en in het geval van de T-1 er ook even in kunnen gaan zitten. Wij waren natuurlijk veel meer geïnteresseerd in foto’s. Het was echt flink doorwerken op Columbus, want niet alleen viel er op de grond veel te fotograferen, maar ook de in- en uit taxiënde toestellen én sommige T-6’s die fraai in een bocht over het platform aan kwamen gevlogen. Nadat we de lengte van het platform langs alle sunsheds heen en terug waren afgelopen, echt heel wat foto’s rijker, zijn we nog heel even naar het einde van de landingsbaan gereden in de hoop dat er nog wat toestellen voorbij gingen komen. Helaas gebeurde dat alleen maar terwijl we daar naar toe op weg waren, en toen wij alweer in het busje op de terug weg waren naar de uitgang. Wie toevallig in het busje aan de goede kant en bij een open raam zat, die had mazzel… Toch was het ritje naar het einde van de baan voor de anderen niet tevergeefs blijkbaar, want er werd dankbaar gebruik gemaakt van het mobiele toilethokje! Ondanks dat we op deze plek niet langer konden blijven staan, en niet de hangaar in mochten waar we al de staart van een zeldzame US Navy T-38 zagen staan, was dit toch écht een top bezoek die heel veel mooie plaatjes en nog veel meer nummers op leverde. Terwijl het ondertussen al licht begon te schemeren zijn we begonnen aan de rit naar ons volgende hotel: terug naar Florida door de binnenlanden van Mississippi en Alabama. Brandstof tanken ging nog net lukken voordat we het donker inreden, maar dat je in de VS na 100 kilometer nog steeds geen eettent tegen bent gekomen is toch wel heel erg uitzonderlijk! Bijna al bij Mobile in Alabama kwamen we eindelijk een Carl’s Jr (hamburger “restaurant”) tegen en daar zijn we ook meteen gestopt. Erg grappig was de Brit in ons gezelschap die de “southern Alabama” variant van de Engelse taal maar met moeite kon verstaan! Het was nu nog maar een stukje rijden naar ons hotel in Pensacola, inclusief een korte stop op de parkeerplaats met de Skyhawk langs de Interstate 10.
Geen tijd voor uitslapers op donderdagmorgen 10 november, want we werden al om zeven uur verwacht aan de poort van NAS Whiting Field voor ons volgende bezoek. Gelukkig was dat maar een klein half uurtje rijden van ons hotel. NAS Whiting Field bestaat eigenlijk uit twee vliegvelden, met op het noordelijke veld de fixed-wing opleiding met T-6B’s en op het zuidelijk veld de helikopter opleiding met TH-57’s. Dat houdt in dat je toch zeker wel een paar uur bezig bent om alles te zien en te fotograferen, bijna 250 toestellen in totaal, wat overigens door de basis prima gefaciliteerd werd! Onze begeleider had zelf ook zijn fototoestel meegenomen en fotografeerde er samen met ons vrolijk op los. Het weer was goddelijk te noemen met blauwe lucht en de lage ochtendzon, wat voor de T-6’en prima is maar voor een deel van de TH-57’s een probleem is gezien het tegenlicht op een deel van het platform. Een heerlijk relaxed bezoek al met al, het enige kartelrandje was dat onze begeleider even op zijn nummer werd gezet door de hangaar chef nadat hij ons (blijkbaar onterecht) toestemming had gegeven om een gecrashte TH-57 te fotograferen. De foto’s van de gecrashte heli werden daarna braaf door ons weer verwijderd. Na nog wat preserved toestellen zat ook dit top bezoek er weer op. Alsof we nog niet genoeg trainers hadden gezien bleken ook op burger vliegveld van Pensacola aardig wat T-1’s en T-6’en te staan, afkomstig van het marine vliegveld Pensacola. Dit is op zich vrij gebruikelijk, op deze manier oefent men het vliegen vanaf een ander (burger) vliegveld, en bovendien kan er zo in het weekend door gevlogen worden terwijl het “eigen” vliegveld gesloten is voor lokaal vliegverkeer. Bovendien was dit weekend de vliegshow op NAS Pensacola en was er ruimte gemaakt door een aantal toestellen hier te parkeren. Het burger personeel hier is blijkbaar wel gewend aan mensen aan het hek, fotograferen mocht nog nét wél maar nummers schrijven niet. Oké…dan maar overal foto’s van maken, rare gedachtekronkel, maar mooi houden zo! Uiteindelijk zijn we dit vliegveld dankzij een verloren en uiteindelijk ook weer terug gevonden zonnebril anderhalf keer rond gereden… De rest van de middag bood nog een mooie uitdaging: de geregelde perskaarten voor de vliegshow moesten nog “even” op gehaald worden bij de marine, daarvoor moesten we de basis op maar uiteraard gaat dat niet zonder slag of stoot. Het was helaas erg druk bij de toegangsbewijs-uitgifte en het kostte onze reisleider al een uur om één toegangsbewijs te verkrijgen. Toen bleek dat de overige vijf inzittenden van onze auto ook dezelfde procedure moesten ondergaan…werd snel van plan gewisseld! De vijf gingen buiten de poort een verlate lunch scoren en de reisleider ging in zijn eentje de basis op en de perskaarten ophalen. Dat laatste verliep gelukkig en in contrast tot het gehannes aan de poort, heel gemakkelijk en snel. Met een goed “geslaagd” gevoel werden even later de vijf medereizigers weer opgepikt. Die hadden ondertussen besloten dat men het liefst “nog even” naar Mobile wilden voor het “USS Alabama Memorial” museum, ondanks dat het toch al redelijk laat in de middag zou zijn tegen de tijd dat we daar aan gingen komen. Het ging er dus om hangen, en het Coast Guard vliegveld bij Mobile was al helemaal geen optie meer gezien de tijd, maar we hebben de poging gewaagd. Helaas ging de hal van het museum bij aankomst net dicht. Letterlijk, want men deed snel de toegangsdeur van binnen op slot toen men ons groepje tegen einde toelatingstijd aan zag komen lopen! Men was niet op andere gedachten te brengen. Erg jammer, en de manier waarop was ook niet heel erg publieksvriendelijk, nog een geluk dat een redelijk deel van de collectie buiten staat. Bij het verlaten van het terrein, in de schemer, werden we nog getrakteerd op een playbackende vrouw in jungle outfit die met de USS Alabama slagschip als achtergrond een videoclip aan het opnemen was. Dus…als je binnenkort op MTV of YouTube zo’n tafereel voorbij ziet komen…4Aviation was er gewoon bij!
Vrijdag 11 november, Veteran’s Day en dus een vrije dag voor de Amerikanen. En tevens de eerste dag van de “Blue Angels Homecoming Air Show 2016”. Met onze perskaarten konden wij al vroeg en zonder wachtrij het veld op, was het even zoeken naar waar “wij van de pers” mochten parkeren (dat bleek gewoon OP het platform te zijn, wel zo handig!), en kon de static show nog zonder publiek gefotografeerd worden. De pers zone bleek niet meer te zijn dan een 1 meter hoog platform van 2 bij 3 meter, hoofdzakelijk gevuld met de Blue Angel fanclub. Voor het merendeel van de groep was dit toch de uitgelezen plek om de eerste dag van het vliegprogramma te volgen. Ook hier weer bestond dit programma uit hoofdzakelijk warbirds en civiele stuntvliegers, met als enige echt militaire deelnemers één USAF F-16 en uiteraard de Blue Angels die met dit weekend hun 2016 seizoen af sloten. Het valt een beetje tegen als er niet eens door de overige gebaseerde toestellen gevlogen wordt, een paar T-6’en of T-45’s in de lucht was toch mooi geweest. Los gezien van dat…het vermaak was weer hoog, en het Amerikaanse publiek juicht om alles, ook als er een Ferrari en Lamborghini over de startbaan heen en weer gaan racen. En “Shockwave” was er ook weer… Warbird hoogtepunten waren zonder meer de vliegende A-4 Skyhawk én MiG-17. Vooral de laatste was erg fraai met zijn flinke vlammen uit de uitlaat als naverbrander. Helaas was het in de loop van het vliegprogramma bewolkt geworden en fris koud, maar dat mocht de pret niet drukken. In het geval van de MiG-17 was het zelfs een plus aangezien zo de naverbrander nóg beter zichtbaar was. De reguliere vliegshow werd afgesloten door de Blue Angels, nu werd de zon weer node gemist. Daarmee was de dag nog niet voorbij, want er stond ook nog een “twilight airshow” op het programma. Tegen de tijd dat het begon te schemeren gingen weer meerdere toestellen de lucht in, waaronder wederom de Skyhawk en de MiG. Vooral laatstgenoemde was nu écht spectaculair met die enorme vlam uit de uitlaat. Een hele tour om er nog mooie foto’s van te maken in het bijna-donker, maar zonder meer de moeite waard! Een paar toestellen, waaronder een demo team van vier Harvards, deden hun truukjes zelfs in het pikkedonker, geholpen door strobe lichten, rook en flares. Na de laatste performance werd de dag afgesloten met muziek en vuurwerk. Helaas begaf de geluidinstallatie het op dat moment en werd het vuurwerk begeleid met louter gebrom en gekraak. Koud maar tevreden verlieten we de basis, zonder files. Terug bij ons hotel in Pensacola had het merendeel van de groep zin in steak, en wat een geluk dat er een Steakhouse op loopafstand lag. Het was er druk en we moesten eerst even buiten wachten op een vrije tafel, daarna ging het vlot als een trein. Onze serveerster en gealarmeerde manager waren erg verblijd met de internationale clientèle, zo zeer zelfs dat we allemaal een zakje ongepelde pinda’s cadeau kregen. Maar ik moet zeggen…die waren wel verdomd smakelijk!
Zaterdag 12 november, dag twee van de Blue Angels Homecoming Air Show, met beter weer in het verschiet. Wij waren er uiteraard weer vroeg bij! Navraag bij de Public Affairs man gisteren had bevestigd dat wij best wel met onze perskaarten het platform met de toestellen van het museum op mochten. Hier stond ook een lege tribune die één van onze groep gisteren al “ontdekt” had en voor vandaag ons stekje zou gaan worden. We konden inderdaad zonder problemen te voet naar het bewuste platform en daar onze slag slaan. Naast alle toestellen van het museum stonden er ook nog twee Blue Angel F-18’s waar aan gesleuteld werd, en een aantal T-6’en en een T-45 buiten en binnen, mooi meegenomen! De zaterdag morgen was een mooie gelegenheid om het grote museum te bezoeken, en dus stond de groep bij openingstijd al paraat voor de deur. Sommigen namen hun tijd hier binnen, anderen hadden meer haast om maar vooral niets te hoeven missen van de vliegshow. Feit is dat er bijna geen andere bezoekers binnen waren, en feit blijft dat het een geweldig mooi en gaaf museum is! Terug op onze privé tribune (!) barstte de vliegshow weer los, met meer zon en voor ons nu gezien vanuit een iets andere hoek. We zaten nu veel meer naar rechts en vooral de toestellen die hier in een bocht naar ons toe vlogen waren erg gaaf te fotograferen. Na het einde van de laatste Blue Angels demo van dit jaar zat de show er op (geen avondprogramma vandaag) en zijn wij weer de static op gelopen, richting de Coast Guard MH-60 die helemaal aan de andere kant van het platform geparkeerd stond. Die bleek al op het punt van vertrek te staan, en van (best wel belachelijk) korte afstand mochten wij daar mooi getuige van zijn. De perskaarten bewezen eens te meer hun dienst! Terwijl het meeste publiek het veld ondertussen al had verlaten zijn wij nog even naar het platform gelopen waar de luchtmacht T-1’s en T-6’en gebaseerd staan. De luchtmacht verzorgt tegenwoordig de navigator opleiding ook voor de marine, vandaar dat er op Pensacola één luchtmacht squadron is gebaseerd. Toch nog onverwacht konden wij hier nog even redelijk goed bij in de buurt komen, wat niet heel veel foto’s op leverde maar wél een volle pagina met nummers! En toen was het “bye bye Pensacola”, het was weer aangenaam! Terwijl één man frietjes ging scoren bij de McDonalds is de rest van de groep Italiaans gaan eten. Maar dan fastfood-Italiaans, we zijn natuurlijk wél in de States! Smaakte toch behoorlijk goed, met de Fanta met perzik smaak als toetje.
De laatste dag, zondag 13 november, geen shows of bezoeken meer, enkel nog “even” terug rijden naar Atlanta. Gelukkig hadden we daar het merendeel van de dag de tijd voor zodat we nog langs een paar leuke locaties konden rijden. Om te beginnen nog maar een keer naar het civiele veld van Pensacola. Er stonden nu nog meer militaire trainers geparkeerd, niet alleen van NAS Pensacola maar ook T-6’en van Whiting Field en Laughlin AFB. De volgende stop was de poort van Hurlburt Field, helaas is de grote collectie bewaard gebleven vliegtuigen niet meer toegankelijk voor het publiek omdat deze zich nét op militair terrein bevindt. Na enig onderhandelen aan de poort kregen we nog net wel toestemming om een paar toestellen van buiten af te fotograferen. Stukken beter toegankelijk is het USAF Armament Museum buiten de poort van Eglin AFB, hoewel gesloten ‘s zondags staat het merendeel prima toegankelijk buiten. Hier konden wij ons een klein uurtje vermaken voordat we richting het noordoosten moesten gaan rijden om ons niet te veel te hoeven gaan haasten. Via een T-33 (korte paniek alhier omdat de autosleutels ergens in het gras achter waren gebleven) en een F-16 op een paal arriveerden we bij Montgomery Dannelly Field, thuisbasis van de Alabama ANG F-16’s. Helaas werd er deze zondag niet gevlogen (je kan altijd hopen) en moesten we het doen met een paar nummers, en een Phantom en Thunderflash aan de poort. Vanwege enige haast wisten we de preserved F-16 net binnen de ANG poort te missen… Nou ja…volgende keer beter dan maar. Ook bij het andere militaire vliegveld van Montgomery, Maxwell AFB, zijn we maar heel even gestopt voor het lezen van een paar C-130’s. De tijd stond het niet toe om hier nog meer moeite aan te besteden, maar fotograferen was sowieso niet gelukt. Op naar Atlanta. Met alleen nog een paar druppels en damp in de benzinetank (we werden geacht de huurauto met lege tank weer in te leveren…en dat is gelukt!) hebben we mooi op tijd onze Britse medereiziger die weer op eigen gelegenheid huiswaarts ging afgezet bij zijn hotel, en zijn wij de auto in gaan leveren. Zo stroef als het ophalen van de auto was gegaan, zo soepel ging het inleveren. Na een nachtje vliegen zette de volgende ochtend het overgebleven vijftal reizigers zonder problemen weer voet op Nederlandse bodem. Bye bye US, het was weer aangenaam én bijzonder geslaagd!