Sri Lanka & India 2011
Begin februari 2011 bracht 4Aviation een bezoek aan de Srilankaanse luchtmacht en de Aero India show op Yelahanka. Van de groep van 36 personen die richting Sri Lanka afreisde, gingen er 28 door naar India voor de Aero India show. De plannen voor het bezoeken van de beurs op Yelahanka bestond al een hele tijd. Om de reis een stuk interessanter te maken werd besloten te kijken of Sri Lanka bereid was om een groep enthousiastelingen te ontvangen. We waren dan ook erg blij met de toestemming voor het bezoeken van de luchtmachtbases van Sri Lanka, die in de loop van 2010 werd verkregen.
Op donderdag 3 februari ontmoetten 27 deelnemers elkaar op Schiphol voor de eerste vlucht richting Londen-Heathrow. In Londen stapte nog een deelnemer in, waarna de groep met een Airbus A340 van Sri Lankan richting Colombo vloog. Op vrijdagmorgen (4 februari) heel vroeg arriveerde de groep op de luchthaven van Colombo (tevens thuisbasis van de fighters van de Srilankaanse luchtmacht). Op Colombo werden we netjes opgewacht en gingen we per bus naar het eerste hotel in Mount Lavinia. Omdat de dag nog lang was besloten we meteen op zoek te gaan naar de eerste vliegtuigen van de trip. In de hoofdstad van Sri Lanka, Colombo, werden twee Jet Provosten gevonden, waarvan er één te fotograferen was. Onze contactpersoon van de luchtmacht kwam nog even handjes schudden terwijl we later op de dag in het zwembad verkoeling aan het zoeken waren. In de loop van dezelfde dag arriveerden, vanuit diverse richtingen, nog 8 deelnemers van de reis.
Op zaterdag (5 februari) stond het eerste bezoek gepland. Op weg naar Ratmalana, waar behalve het luchtmachtmuseum ook 2 operationale (transport)squadrons gestationeerd staan, was de spanning voelbaar. Ondanks de heldere communicatie in de aanloop naar de reis, was het toch spannend om te zien welke mogelijkheden er ter plekke zouden zijn. Die spanning was snel verdwenen toen we, aan het begin van het bezoek, te horen kregen dat we ‘onze gang konden gaan’. Ofwel; fotografeer wat je leuk vindt, vraag wat je vragen wilt en let goed op als we toestellen op gaan starten. De daaropvolgende uren werden doorgebracht op het platform en in de hangaars van Ratmalana. De zon werkt met enige regelmaat mee, terwijl zowel 2 als 8 squadron actief waren met een aantal toestellen. De variëteit aan toestellen was heel goed en we pikten zelfs nog een paar bezoekers mee. Na deze fantastische ervaring namen we afscheid van onze begeleiders en begaven ons in de middag richting het museum. Het SLAF museum is onlangs onder handen genomen en ziet er nu fantastisch uit. De collectie is uitmuntend en alles ziet er heel goed verzorgd uit. De restanten van een neergeschoten Zlin 143 van de Tamil Tigers maakt ook deel uit van de collectie. Aan het einde van de middag togen we weer naar hetzelfde hotel voor de overnachting.
Zondag 6 februari stond in het teken van de verplaatsing naar de andere kust. Een rit die het merendeel van de dag in beslag zou nemen. Temeer omdat het land nog steeds geteisterd werd door overvloedige regen. Deze regen had een deel van de wegen aan de oostkust zeer slecht begaanbaar gemaakt. Daarom was op zaterdag al besloten om halverwege de rit naar Trincomalee van bus te wisselen. De alternatieve bus was robuuster, hoger en beter bestand tegen slechte wegen. Dit betekende dus dat we in de loop van de dag onze luxe airco bus inruilden voor een minder luxe exemplaar. Met deze tweede bus waren we nog geen 3 kwartier op weg toen we naarst de weg een groep van meer dan 10 olifanten zagen. Aan het einde van de middag bleek de weg inderdaad behoorlijk slecht te zijn geworden en kon het hotel maar met moeite bereikt worden. Het zwembad en het strand ontbraken weer niet!
Op maandagmorgen (7 februari) waren we weer vroeg uit de veren. We hadden al om 07.30 uur afgesproken bij de hoofdpoort van China Bay. Een vlieger van 1 Flying Training Wing kwam ons ophalen en na een welkom van de commandant en een korte briefing over de eenheid gingen we richting de hangaar. Vanwege de aanhoudende regen had de trainingseenheid al meer dan anderhalve week niet gevlogen. Ook op deze maandagmorgen bleef het regenen. Gelukkig was men bereid om van alle types (K-8, PT-6 en Cessna 150) een exemplaar naar buiten te slepen. Daarnaast was fotograferen in de hangaar en in de shelters geen enkel probleem. Het eindresultaat was weer erg prima en er was zelfs voldoende tijd om creatieve beelden van een K-8 Karakorum in een shelter te maken. De medewerking was weer boven verwachting. Alle mogelijke vragen werden beantwoord. Al met al liet de luchtmacht een professionele indruk na, die gebruik maakt van moderne managementtechnieken. Ook op China Bay werden we getrakteerd op een refreshment, voordat we in de middag weer op pad gingen. In de loop van de middag stapten we weer over in onze ‘eigen’ luxe bus en arriveerden later die middag bij het hotel voor de nacht. Genietend van een prachtig uitzicht en omringd door nieuwsgierige apen (ramen en deuren gesloten houden!) werd het bezoek van die ochtend geëvalueerd.
De dinsdag, 8 februari, stond in het teken van helikopters. De dag begon op Hingurakgoda-Minneriya, waar 7 en 9 squadron huizen. Vanwege de overstromingen in het land was een deel van de operationele choppers elders gedetacheerd. Ook hier leken geen restricties te gelden. Het squadron met de Bell 206’en en Bell 212’s had recentelijk nog meer dan 50 personen gered, die door het wassende water in de problemen waren gekomen. Bij 9 squadron, opererend met de Mi-24, waren we ook weer meer dan welkom. Ook de Hinds werden her en der in het land gebruikt voor rescue-operaties. Na een bakje thee reisden we richting Anuradhapura. Op Anuradhapura aangekomen bleek dat het veld, na de aanval van de Tamil Tigers, weer helemaal herbouwd te zijn. We waren te gast bij 6 squadron met haar Mi-17’s. Daarnaast opereerden twee Bell 212’s van 7 squadron vanaf hier om te helpen bij de evacuatie van mensen uit gebieden die getroffen waren door het water. Gelukkig brak er aan het einde van de middag nog een zonnetje door. Na het vastleggen van de preserved toestellen op dit veld ging de rit verder richting Negombo. Dit was nog een aardige rit, met als gevolg dat we pas tegen 22 uur de sleutels van onze hotelkamers overhandigd kregen.
Ook op woensdag (9 februari) waren we weer vroeg uit de veren. Vandaag stond het eerste bezoek aan de fighterbasis van de Srilankanen gepland; Katunayake (het militaire deel van Colombo-Bandaranaike International). De procedure bij de poort duurde wat lang, waardoor we vanaf de poort al een vliegende Flogger konden zien vliegen. Toen we opgehaald waren door een vlieger van 10 squadron en we bij de squadrons aankwamen, kwamen twee taxiënde Floggers ons al tegemoet. De groep werd opgedeeld in 3 clubjes van 12 met ieder een eigen begeleider. Zo werden alle 3 de vliegende fighter squadrons (5 [F-7’s], 10 [Kfir] en 12 squadron [MiG-23/27]) bezocht. Er was voldoende tijd om her en der toestellen naar buiten de slepen, onder de sheds vandaan te halen, covers te verwijderen, etc. Het zonnetje scheen volop en het was gewoonweg genieten. Een F-7GS vloog ’s middags nog een missie. Na de lunch op de basis en een verfrissend drankje gingen we in de middag richting 4 squadron. Dit VIP-squadron toonde haar Bell 212 en 412’s met trots. Op het platform stonden ook nog twee Mi-17’s van Anuradhapura. Vanaf het platform van 4 squadron konden we ook bij de Engineering Wing naar binnen gluren. Helaas hadden we hier geen toestemming om naar binnen te gaan. Aan het einde van deze geweldige dag was een duik in het zwembad (aan het strand) lekker verfrissend.
Op donderdag de 10e stonden we weer lekker vroeg bij de poort van Katuyanake voor een tweede poging. Het (tweede) bezoek bleek echter ter plaatse niet bekend, waardoor er op het laatste moment nog wat geregeld moest worden. Uiteindelijk kwam alles toch goed, en reden we voor de tweede dag op rij het veld op. Eenmaal bij de squadrons bleek dat er al snel een Kfir en een F-7 binnen zouden komen. Beide toestellen konden fantastisch gefotografeerd worden. Hetzelfde ging op voor de MiG-23UB die daarna ging vliegen. Al met al was dit tweede bezoek een prachtige aanvulling op het eerste bezoek. In de middag reden we naar het vlakbij gelegen Ekala. Bij Ekela is een opleidingsinstituut van de luchtmacht gevestigd en hier konden nog een aantal buiten dienst gestelde toestellen gefotografeerd worden. Met dit laatste bezoek was er een einde gekomen aan een serie fantastische bezoeken aan de Srilankaanse luchtmacht. Aan het einde van de middag vertrokken de eerste deelnemers alweer.
Na de laatste overnachting in Sri Lanka bleef er op vrijdagmorgen een groep van 28 mensen over die nog door wilden gaan naar India voor een bezoek aan Aero India 2011. Omdat de vlucht van Colombo naar Bangalore pas laat in de middag gepland stond werd de vrijdag toeristisch besteed. Het toeristische tochtje eindigde met een heerlijke lunch, waarna we incheckten voor de vlucht naar India. Bij aankomst in Bangalore stond de volgende bus alweer te wachten. Na een uurtje rijden kwamen we bij ons hotel aan voor de komende 3 nachten.
Op zaterdagmorgen (12 februari) werd er weer niet uitgeslapen. Omdat de toegangsprocedure op Yelahanka, ondanks de voorinschrijvingen, onduidelijk was wilden we op tijd bij de ingang staan. Dat lukte, uiteraard vanwege het vroege tijdstip, en de onduidelijkheid hield aan tot we op een gegeven moment allemaal heel snel een toegangskaart op konden halen en door mochten lopen. De show was niet erg groot en draaide vooral om de keuze van de Indiërs voor hun Medium Multi Role Combat Aircraft (MMRCA). Bijna alle kandidaten, behalve de MiG-35, waren vertegenwoordigd in de vliegshow. De static was klein en helaas ontbraken van de Indiërs de MiG’s. Desalniettemin was er genoeg smakelijks te zien. Behalve de deelnemers kenmerkt Aero India zich door de bezoekende toestellen, die aan het begin en het einde van de dag aankomen en weer vertrekken. Iedereen had een prachtige plek op het veld gevonden om, ongestoord, de hele dag de vliegshow te kunnen fotograferen. Aan het einde van de middag werd de bus weer opgeroepen om ons weer richting de stad te brengen. Een Indiaas restaurant kon zich verheugen op een grote groep buitenlanders voor het diner.
Op zondag (13 februari) herhaalde het ochtendritueel zich voor een deel van de groep. Een ander deel had besloten om deze zondag toeristisch door te brengen. Van de groep die meereisde naar Yelahanka voor de tweede poging (die wederom in prachtige weersomstandigheden hele fraaie plaatjes opleverde) splitste zich in de loop van de dag weer een deel af die richting het HAL museum en wat andere preserved toestellen in de miljoenenstad Bangalore reisden. Aan het einde van de dag verzamelde de groep zich echter weer bij hetzelfde restaurant als de dag ervoor, voor een laatste echt gezamenlijke maaltijd.
Het volgende item dat zich aandiende was de terugreis naar Nederland. De terugreis begon op maandagmorgen (14 februari) in Bangalore. Daar werden overigens nog drie bezoekende toestellen waargenomen. De terugreis zou, vanwege een hele lange pauze op Colombo, lang gaan duren. Na het eerste hopje naar Colombo, ging een groot deel van de groep daarom opnieuw door de Srilankaanse douane om te zwemmen bij een hotel of om op eigen gelegenheid nog even te genieten van het mooie weer. In de loop van de avond kwam de groep weer bij elkaar op de luchthaven om tegen middernacht in te checken. Door het tijdstip van de vlucht kon bijna iedereen meteen de slaap vatten op deze 12 uur durende vlucht naar London. Het laatste stukje van Heathrow naar Amsterdam was niet meer dan een formaliteit, waarna de deelnemers elkaar gedag zegden en met een bijzonder tevreden gevoel naar huis reisden.