Japan 2009
Van 5 tot 19 april 2009 bezocht 4Aviation Japan met een groep van negen reizigers en twee reisleiders. Japan staat onder militaire luchtvaartenthousiasten bekend als het walhalla en die reputatie heeft het land ook deze keer weer hoog gehouden. In een relaxte sfeer en met hele fraaie weeromstandigheden werden heel veel vliegactiviteiten waargenomen en gefotografeerd.
Van 5 tot 19 april 2009 bezocht 4Aviation Japan met een groep van negen reizigers en twee reisleiders. Japan staat onder militaire luchtvaartenthousiasten bekend als het walhalla en die reputatie heeft het land ook deze keer weer hoog gehouden. In een relaxte sfeer en met hele fraaie weeromstandigheden werden heel veel vliegactiviteiten waargenomen en gefotografeerd.
De reis begon op zaterdag 4 april, met de vlucht van Amsterdam naar Narita. Na aankomst, op zondag 5 april, en het oppikken van de laatste deelnemer, werden de huurauto’s opgehaald, de benodigde Yennen gepind en werd koers gezet richting het noorden. De overnachting was gepland in Hachinohe, alwaar we in de loop van de avond arriveerden.
Maandagochtend (6 april) was de groep relatief vroeg uit de veren en na een eerste Japan/Westers ontbijtje stonden we al snel bij de eerste Japanse vliegtuigen van de reis; de Marine Orions van Hachinohe. Omdat we hier ’s middags nog een keer terug zouden komen werd er geen tijd verdaan en doorgereden naar Misawa. Bij aankomst op dit gecombineerde JASDF / USAF veld kwamen de eerste F-2’s al binnen zetten. Een plekje in de landing werd de locatie voor de rest van de dag. In een prachtig lentezonnetje werd genoten van al hetgeen Misawa te bieden heeft. Behalve de gestationeerde F-16’s en F-2’s werden ook de eerste bezoekers gefotografeerd (waaronder een Phantom van Nyutabaru). De eerste kennismaking met de Japanse inlichtingendiensten (die we zeer regelmatig tegen zouden komen) was aangenaam en de groep werd voor de eerste keer gefotografeerd. Met een voldaan gevoel werd in de loop van de middag aan de reis richting Sendai begonnen. Voordat we echt kilometers gingen maken werden bij een lokale hardwarestore de trapjes gekocht voor de rest van de reis (de hekken zijn vaak net te hoog, zodat een trapje nodig is goed te kunnen fotograferen). Na een tweede stop op Hachinohe arriveerden we aan het begin van de avond in Furukawa voor de overnachting.
De dinsdag, 7 april 2009, zou wederom in het teken staan van F-2’s. Met name tweezitters deze keer, aangezien Matsushima op het programma stond. Ook hier scheen de zon en werd goed gevlogen. Als extraatje konden we nog een show van de Blue Impulse meepikken, die ook op Matsushima gestationeerd zijn. De buit was net na het middaguur dan ook binnen en daarna werd de luchthaven van Sendai bezocht en Kasuminome. Op Kasuminome waren niet veel activiteiten te bespeuren, maar een enkele Huey kon fraai gefotografeerd worden, evenals de gateguards van de kazerne.
Woensdag 8 april was een belangrijke dag. Op het programma stonden de Phantoms van Hyakuri. Met twee Phantom-squadrons (302 en 501 Hikotai), een Eagle-squadron (305 Hikotai), een rescue-eenheid en hele fraaie fotografeermogelijkheden, is Hyakuri een van de hoofddoelen voor velen. Vroeg uit de veren dus, om rond 07.00 uur bij het hek te zijn. Er werd goed gevlogen en de groep heeft op verschillende plaatsen zijn ding kunnen doen. Ten tijde van het bezoek was de nieuwe baan in gebruik en die levert onvoorstelbare fotografeermogelijkheden op. Ettelijke gigs aan foto’s werden dan ook weggeschreven op de verschillende geheugenkaarten. Aan het einde van de middag vond iedereen het welletjes en werd via Shimofusa (Orions en YS-11’s van de Marine) koers gezet richting Tokyo/Saitama.
Iruma was het eerste doel voor dondag 9 april. Na een paar aangename uren aldaar, het veld huisvest een veelheid aan interessante vliegtuigtypes (T-4’s, C-1’s, Gulfstreams, YS-11’s, Chinooks en U-125’s), tourden de twee auto’s van de groep vanaf 12.00 uur richting het zuiden. Onderweg naar Atsugi werd een korte blik geworpen op Yokota (waar alleen een paar C-130’s gezien werden). Op Atsugi was CVW-5 thuis en de heren en dames waren ook actief aan het vliegen. Behalve de USNavy liet ook de Japanse marine zien dat hun hardware niet op Atsugi staat om te laten rusten. De activiteiten gingen de hele middag door en het was dan ook al bijna donker toen besloten werd om het volgende hotel op te zoeken.
Voor de vrijdag (10 april 2009) stonden Shizuhama en Gifu op het programma. Het eerste doel, Shizuhama (met T-7 propellortrainers) was al snel bereikt en na het afwachten van een paar missies en een, ietwat tegenvallende, blik op Mount Fuji werden de neuzen van de auto’s in de richting van Gifu gezet. Het zonnetje scheen nog steeds toen we daar rond het middaguur arriveerden. De testkisten van het ADTW bleken er op vrijdagmiddag nog zin in te hebben, want er werd volop gevlogen. Met een voldaan gevoel werd, na een bezoekje aan het museum, het hotel voor de nacht in downtown Nagoya opgezocht.
Het weekend (11 en 12 april) stond in het teken van reizen richting het zuiden. Op maandag stond Nyutabaru op het programma en dat betekende dat er nog wat kilometers gemaakt moesten worden. Zaterdagochtend werd even snel een blik geworpen op Nagoya-Komaki. Een groot aantal C-130’s en drie KC-767’s stonden op het platform om ingekopt te worden terwijl een Chinook een rondje vloog. Bij het onderhoudsgedeelte van Mitsubishi stonden nog drie Eagles en een Phantom te wachten op de dingen die komen gingen. Na een aantal uren rijden kwam Miho in het vizier. Op dit tweede transportveld van Japan werd een aantal C-1’s en YS-11’s waargenomen. Na dit tweede vliegveld van deze zaterdag ging het richting Hiroshima voor de overnachting.
De zondagmorgen begon met een bezoek aan het Hiroshima Peace Memorial Park. Daarna werd, voor zover mogelijk, een korte blik geworpen op de platformen van Iwakuni. De rest van de dag was nodig om het zuidelijke eiland Kyushu te doorkruisen, op weg naar Kanoya. Het marineveld Kanoya werd in de loop van de middag bereikt. Behalve vijftien Orions, die voor het oprapen lagen, stonden er ook twee SeaHawks op het platform. Na een bezoek aan het museum, van buitenaf, ging de reis verder richting Miyazaki.
Maandagmorgen liep de spreekwoordelijke spanning weer een beetje op. Doel van deze dag, 13 april, waren de Agressor Eagles van het Hiko Kyodotai. Deze fraai gekleurde Eagles scoren vaak hoog op de wish-list van fotografen. Vroeg uit de veren dus weer, om rond 07.00 uur op het veld te zijn. Het weer werkte wederom mee, het platform stond lekker vol en het bleek wederom dat toestellen niet op een platform terecht komen om ze daar niets te laten doen. Een fraaie score dus wederom, zowel qua aantallen vliegtuigen als geslaagde foto’s. Daarna ging de reis weer richting het noorden, om bij Fukuoka het hotel voor de nacht aan te treffen.
Op dinsdag 14 april werd voor het eerste kennisgemaakt met een beetje bewolking en wat regen tijdens de reis. Het militaire platform van Fukuoka-Kasuga was leeg en daarom reden we snel door richting Ashiya. Vanuit de toren bij een powerboatrace terrein kon een blik geworpen worden op het platform. Hier stonden wel T-4’s op (die hun nummer prijs gaven) en wat rescue-toestellen, maar er werd (nog) niet gevlogen. Omdat dit veld geen optimale mogelijkheden biedt voor fotografen, werd besloten om richting het volgende veld te gaan. Dat volgende vliegveld was Tsuiki, met haar F-2’s en Eagles. Daar werd de rest van de dag doorgebracht aan de kenmerkende kademuur. Ook hier werd, geheel conform verwachting, goed gevlogen.
Woensdag de 15e begon ’s morgens vroeg op Ozuki. Het trainingsveldje van de Japanse marine hield haar T-5’s van 201 Kyoiku Kokutai echter binnen. Na dat geconstateerd te hebben reden we snel door richting Hofu voor de T-7’s van de luchtmacht daar. Hier werd prima gevlogen, het zonnetje scheen de fotografeermogelijkheden waren weer optimaal. De buit was dan ook zo binnen. Het volgende veld voor de dag was Iwakuni. Helaas vloog er geen US-1 of –2, maar de Hornets van de US Marines waren wel actief. In de loop van de middag werd afscheid genomen van Iwakuni en begonnen we aan de lange rit richting Akeno. Laat in de avond werd het hotel voor die nacht gevonden en de bedjes werden opgezocht.
Op donderdagmorgen stond Akeno op het programma. Dit army-trainingsveld heeft ook weer alles in zich dat je van een gaaf vliegveld mag verwachten; leuke types, flinke aantallen, veel vliegbewegingen en optimale fotografeermogelijkheden! De hele ochtend ratelden de digitale camera’s dan ook weer volop. Rond het middaguur reden we richting de ferry, die ons een uurtje mee zou nemen om de reis tussen Akeno en Hamamatsu aangenamer te maken. Aangekomen op Hamamatsu bleek hier ook nog lekker gevlogen te worden. Behalve de T-4’s konden we hier genieten van één van de laatste Luchtmacht KV-107’s. Het museum bleek helaas al gesloten toen en deel van de groep een inspectieronde uit wilde voeren. De eindbestemming van die dag was de zuidkant van Tokyo en daar arriveerden we aan het begin van de avond.ning.
De vrijdag was vooraf bestempeld als reservedag voor vliegvelden in de buurt van Tokyo. Mocht op een of meerdere velden rondom Tokyo de score tegenvallen dan konden we op deze vrijdag een herkansing nemen. Gelukkig was bijna iedereen we over alle velden meer dan tevreden, waardoor de mogelijkheid ontstond op deze, ietwat bewolkte, vrijdag andere vliegvelden in te plannen. We begonnen de dag op Tateyama. Op dit Marineveld met SeaHawks werden minder helikopters waargenomen dan gehoopt, vanwege een ceremonie die net leek te beginnen toen we ons geïnstalleerd hadden. Vanwege deze ceremonie vertrokken we al weer vrij snel richting Kisarazu, een landmacht vliegveld. Vanwege werkzaamheden kon het beoogde spottersplekje niet bereikt worden en na het lezen van een groot aantal Chinooks zijn we hier weer vertrokken. De middag werd doorgebracht op Atsugi, waar weer een aantal nieuwe toestellen genoteerd en gefotografeerd weren. De rit naar het voorlaatste hotel van de reis was daarna van korte duur.
De zaterdag werd gebruikt om bij een paar vliegvelden nog een blik te werpen in de hoop nog wat extra toestellen te zien. Begonnen werd op Yokota. Daar stonden vier USMC Hornets die die dag zouden vertrekken. Nadat deze vertrokken reden we richting Iruma. Daar werden de aluminium trapjes aan de lokale (spotters)bevolking geschonken en het platform leeggelezen. Het allerlaatste militaire veld van de trip was Shimofusa. Op weg naar Narita werd hier op zaterdagmiddag het platform nog even geïnspecteerd. Na een prettige overnachting vlak bij Narita was het op zondagmorgen tijd om de vlucht richting Amsterdam te aanvaarden.