Griekenland II 2017
We hadden iets te vieren dit jaar, omdat het de tiende keer was dat 4Aviation naar Griekenland ging om de verjaardag van de beschermheilige van de Griekse Luchtmacht te vieren en de daarmee samenhangende open dagen. Eerdere ervaringen leerden dat ieder jaar zijn verrassingen had, op een goede manier, en dit jaar zou het niet anders zijn. We zouden ook, voor het eerst, naar Cyprus gaan, voor een soortgelijk evenement georganiseerd door de Grieks-Cypriotische Luchtmacht. De verwachtingen waren, terecht, hooggespannen.
Na een ietwat rommelige start op zaterdag 4 november 2017 op Schiphol, ten gevolge van op hol geslagen alarmen en computerstoringen, was de groep rond de middag compleet en klaar voor vertrek naar Athene.
Bestemming voor de avond was Larissa, een paar uur rijden in onze drie minivans. Gelukkig zijn er onderweg wat “wrecks and relics” (w&r) die gretig bezocht, genoteerd en gefotografeerd werden. Het weer was niet echt geweldig, maar aangezien dit met de dag beter zou worden, was dit niet echt een probleem. De verkeerschaos ten gevolge van wegwerkzaamheden in Volos leverde nog een uitdaging op, maar deze horde werd net op tijd genomen om onze laatste w&r locatie van de dag, een OH-13 helikopter, in de schemering vast te leggen. Hierna was het nog een relatief korte rit naar ons hotel in Larissa. Tijd voor een goede maaltijd in een restaurant nabij het hotel. De service was traag maar het eten was heerlijk.
Op zondag 5 november hadden we door een vroeg vertrek uit het hotel voldoende tijd om de twee w&r locaties te bezoeken, voordat we ons meldden bij de poort van Larissa om precies negen uur. Dit keer hadden we geen enkel probleem om direct naar de preserved F-5 op Therpsithea te rijden. Geen enkel probleem, als je weet hoe we vorige keren op een veel avontuurlijke manier moesten komen. De toegang tot Larissa verliep gladjes, na het gebruikelijke verzamelen van de paspoorten en een “Ja, we weten de weg!”. De static was helaas een kleine bedoeling, voorgaande jaren stonden er nog wat RF-4’s, maar deze zijn nu helaas uitgefaseerd. Je zou verwachten dat hun plaats op de static zou zijn ingenomen door wat andere kisten, maar helaas was dit niet het geval. Dat wil zeggen : als je de kleine drones niet meetelt. De lage wolken die er ’s ochtends vroeg waren verdwenen gelukkig snel, en de zon liet zich op het juiste moment zien. Achteraf gezien kunnen we zeggen dat we op iedere basis die we bezochten zonnig weer hadden.
Ieder jaar weet je niet wat wel en niet mag op iedere basis. Dit jaar was het geen enkel probleem om het monument-park (met vliegtuigen) op de basis te fotograferen, net als het preserved exemplaar bij de hoofdpoort. Na een kort verblijf op Larissa gingen we met een korte omweg via het hotel (er was een jas vergeten) en wat verkeersopstoppingen weer verder richting Stefanovikio, niet ver van Nea Anchialos, voor wederom een preserved OH-13. Hierna ging de groep naar Nea Anchialos. De donkere wolken voorspelden niet veel goeds, maar toen we bij de basis aankwamen kwam de zon weer tevoorschijn. Aanvankelijk leek de lokale beveiliging op de basis nogal punctueel, maar uiteindelijk bleek de ons toegewezen veiligheidsofficier meer dan hulpvaardig: kleine en grotere kinderen die in een F-16 mochten zitten werden even uit het beeld gehaald, zodat wij hem in ieder geval goed konden fotograferen. Hierna stond hij ons toe de preserved kisten te fotograferen die langs de weg richting hoofdpoort stonden. Grieken zijn erg gastvrije en hulpvaardige mensen, zolang je de grenzen maar niet overschrijdt.
Een druk programma voor maandag 6 november 2017, met drie open bases “te doen” met hopelijk een hoop vliegbewegingen, want dit is een “normale” vliegdag. Eerste stop is Tanagra. We waren er wat vroeg, dus moesten even buiten de poort wachten. Toen we vroegen naar de openingstijd was de wachter nogal vaag : “Mwa, na negenen. Kwart over misschien”. We maakten duidelijk dat we meer iets verwachtten als: negen uur precies. Onze drie minivans stonden niet vooraan bij de poort om negen uur, maar alle voertuigen voor ons werd verzocht een U bocht te maken direct na binnenkomst op de basis, en de basis direct weer te verlaten. Wij niet (uiteraard), onze timing was vlekkeloos en we waren als eerste op de basis. En maar goed ook, want de eerste Mirage 2000’s waren al aan het taxiën en we waren net op tijd bij de kop van de baan om ze te fotograferen. Tussen de taxiënde Mirages en de overvliegende Dromaders was het een beetje doorwerken om de static te fotograferen voordat er busladingen met kinderen arriveerden. Het grootse deel van de groep wachtte op de terugkerende Mirages bij de plek waar we onze minivans hadden geparkeerd, dit is wat dichter bij de actie dan de rand van de shelter area. De Mirages kwamen mooi op tijd binnen, en we konden op weg naar onze volgende bestemming. Maar niet voordat we de kans hadden aangegrepen de zilveren F-104 bij de poort te fotograferen. Weer iets wat bij voorgaande bezoeken niet altijd mogelijk was.
Op weg naar Dekelia / Tatoi, thuisbasis van het Griekse Luchtmacht museum. Bij aankomst werd direct duidelijk dat er weinig bezoekers waren, iets wat fotograferen makkelijker en sneller maakte. Bij grote bezoekersaantallen is dit een stuk lastiger. Een enkele T-41 en een Dromader waren buiten tentoongesteld in het kader van de feestdag. Degenen die minder geïnteresseerd waren in het museum konden zich bezig houden met de locale T-41’s, die korte trainingsmissies vlogen. De Coast Guard deed helaas niet mee, maar een lach verscheen op de gezichten toen drie Dromaders uit taxieden, vlak langs ons, om in een schitterend uitzicht het luchtruim te kiezen. Hoe gaaf is het om deze kwetsbaar uitziende maar stevige propellerkisten nog in je luchtmacht te hebben ? Meer propeller geluid was boven ons te horen, toen een Canadair CL-215 waterbommenwerper overkwam, uit de richting van Elefsis, ons volgende doel van de dag.
Op Elefsis hadden degenen die de verjaardag van de beschermheilige organiseerden besloten de kleine static op een nieuwe locatie te plaatsen, niet langer op het AEW Embraer platform maar aan de andere kant van het veld, in de nieuwe hangar van het helikopter squadron. De static bestond uit een Canadair 215 en Dromader die buiten stonden (de C-27J die de hele dag ervoor blijkbaar aanwezig was, was verplaatst) plus een paar Hueys in de hangar. Onze escorte had geen problemen met het feit dat wij ook een aantal heli’s (Hueys en Super Puma’s) die achter een scherm achter in de hangar stonden, fotografeerden, zolang we maar geen foto’s namen van de vliegtuigen aan de andere kant van de basis. Maar dat gebeurde uiteraard toch, voor zover het zin had, toen een C-130 landde en een ander exemplaar vertrok, die we gewoon mochten fotograferen. Als kers op de taart, en toegegeven, een beetje een verrassing, toen we de escorte vroegen of hij ons mee wilde nemen naar de dump die dichtbij lag, stemde hij in. Toen onze escorte afscheid had genomen, droeg hij ons over aan zijn assistent. Het vergde nog steeds wat overtuigingskracht, maar we mochten het memorial park bij de main gate (met meerdere vliegtuigen erin) fotograferen, ondanks het feit dat dit reeds was toegezegd door onze escorte.
Na Elefsis was de dag nog niet voorbij, omdat we nog een flink stuk te rijden voor ons hadden, de oversteek van de Peloponnisos naar Kalamata. Een paar jaar geleden was dit een flinke onderneming over een half gerede snelweg en provinciale wegen, maar gelukkig is de snelweg complete afgerond tot Kalamata, inclusief een bijna ontelbare hoeveelheid tolpoorten. Een routine politie controle bij een van de tolpoorten hield ons aan, maar de agent zag snel dat hij te maken had met 3 minivans met grijnzende buitenlanders, en hij lie tons doorrijden voor iedereen “Yassas astynomikós” kon zeggen. Een lokale boer die voor ons stond had minder geluk met zijn letterlijk drie meter hoge stapel aardappels achterop zijn vrachtwagentje. De nav in het voorste voertuig interpreteerde de kortste route naar het hotel op geheel eigen wijze, dwars door het centrum van Kalamata, met een voorkeur voor de nauwste steegjes die je kan bedenken. Één minivan verliet deze route, de rest volgde lijdzaam. Hoe groot is de kans dat je precies die steegjes doorkruist in Kalamata zodat je in een steeg uitkomt waar een heuse F-5 staat ? Ja, we wisten dat hij daar moest staan, maar we hadden niet gepland om er heen te gaan. De inzittenden van de tweede minivan, die de leider volgden, wilden niet geloven dat deze route niet expres genomen was. We eindigden de dag met een hapje in het hotel, met een biertje of twee.
Kalamata (op dinsdag 7 november) blijkt ieder jaar, qua veiligheidsissues, nogal lastig, en dit jaar bleek geen uitzondering. Niet dat we niet welkom waren, maar wat gefotografeerd mocht worden was nogal beperkt en dit werd streng gehandhaafd. De T-6 en T-2 op display voor de hangar waren geen probleem, net als de vier kisten in de hangar, maar een andere T-2, net buiten de hangar, was een absolute “no go, net als alle T-2’s op de nabij gelegen flightline.
Dat doet natuurlijk pijn, de T-2 Buckeye is een oud vliegtuig waarmee de Grieken als allerlaatste land vliegen, en zeker een jaarlijks terugkerend hoogtepunt tijdens onze bezoeken in november. Onze veiligheidsescorte was blij met de manier waarop onze groep zich gedroeg (ten minste: voor zover hij kon waarnemen), en toen we een oudere piloot ontmoetten bleek hij tot onze verrassing een paar woorden Nederlands te spreken (hij legde uit dat hij met een Nederlandse was getrouwd) en hij regelde voor ons dat een van de T-2’s die in de lucht zaten een low pass zou maken over de static, onze escorte werd nog relaxter, zodat meerdere Buckeye’s op de flightline gefotografeerd konden worden. Zoals altijd is het maar net wie je ontmoet en hoe je je gedraagt. De low pass was een leuk gebaar maar qua fotograferen kon je er niet veel mee, maar we toonden ondanks dit onze dankbaarheid. Onze nieuwe pilotenvriend zei gedag met “het vriest in Groningen”, en het was tijd om te gaan. Niet alles was nu open voor discussie, want de kisten bij de poort bleven off-limits.
Volgende stop: een benzinestation en daarna Andravida, oftwel de preserved F-104 ten zuiden van de basis. Het is dik twee uur rijden van Kalamata naar Andravida, maar ook een mooie rit met gelukkig bijna lege wegen. Eenmaal in Andravida hoefden we niet te wachten op de shuttle bus die ons naar de static zou brengen zoals voorgaande Jaren. In plaats hiervan konden we gewoon doorrijden, wat een stuk sneller was. End at was maar goed ook, want het geluid van draaiende J-79’s houdt geen enkele luchtvaartgek rustig. De mensen op Andravidia wisten precies wat de buitenlandse bezoekers zochten, twee F-4’s op het platform en een in de hangar klinkt als niet veel, maar gepositioneerd op de rand van het platform met onze lenzen gericht op alles wat vloog en taxied was volledig toegestaan. En we hadden geluk. Niet alleen een koppel F-4’s vlog, maar toen de take-offs begonnen werden we getrakteerd op de ene na de andere F-16 die vertrokken, met als toetje een Mirage. De Fighter Weapons Course was in volle gang end at bleek ! We hadden genoeg tijd over op de basis om de terugkeer van de jets af te wachten, met alle F-16’s die vlak langs ons taxieden in volle zon, op weg terug naar het FWC platform
Tegen de tijd dat we Araxos bereikten was het al vrij laat in de middag, en de zon liet helaas verstek gaan. Eerst was er wat verwarring of we onze paspoorten moesten achterlaten bij de poort, en toen moesten we een tijd op de bus naar 335 Mira wachten waar de static was. De bus bleek veel te klein voor onze groep, helemaal met een aantal locals erbij, dus moest hij meerdere keren rijden. Misschien niet expres, maar de eerste helft van onze groep werd het basis museum in geleid (met alleen buiten een paar kisten) voordat ze werden toegelaten op de static, ondertussen was het andere deel van de groep ook aangekomen. Wederom een kleine happening, met slechts drie F-16’s, hoewel het leuk was omdat het personeel de ladders en dergelijke op ons verzoek ging verwijderen. De voornoemde ladders werden later gebruikt om foto’s te maken. Op weg hierheen was de groep een vliegtuig gepasseerd bij een gedenkteken, en een AB-205 op alert. De laatste mocht niet gefotografeerd worden, hoewel sommigen het voor elkaar kregen uit de rijdende bus een plaat te schieten, maar de preserved kisten konden gefotografeerd worden, mede door een extra stop van de shuttle bus. Erg aardig !
Wat restte voor de dag was “slechts” de rit naar Athene naar ons hotel voor de nacht. We vonden een redelijk restaurant naast de snelweg met goed voedsel. Enige nadeel was het individuele bestellen bij de toonbank en het trage koken waardoor een gedeelte van de groep al bij de desserts waren terwijl de rest nog moest bestellen. Maar ja, alles goed en iedereen had goed gegeten. We bereikten het hotel aan het eind van Athene op de helft van de avond, tijd om te rusten voor het tweede gedeelte van deze reis.
Op weg naar Cyprus op woensdag 8 november ! Iedereen was om half 5 in de morgen in de hotel lobby, klaar om te gaan. Alles ging zoals gepland en er was zelfs tijd voor ontbijt terwijl we wachtten bij de gate voor onze vlucht naar Larnaca. Toen we eenmaal onze nieuwe drie minivans hadden opgehaald was het maar een klein uurtje rijden naar Paphos, waar het Cypriotische Lucht Commando eveneens de verjaardag van de beschermheilige vierde. De wachters bij de militaire poort van Pahos waren eerst nogal verrast door de aankomst van drie minivans met buitenlanders, maar ze verzekerden ons direct dat we toegelaten zouden worden op de basis. Na slechts een paar minuten wachten werden de paspoorten gecontroleerd en konden we achter onze escorte aan de basis op. Het bleek al snel dat de Cyprioten alles dik in orde hadden: hun luchtmacht is weliswaar klein maar modern en de infrastructuur zag er goed verzorgd uit. De “Turkse dreiging”is goed zichtbaar, met bewapende wachters in imposante wachttorens. We parkeerden op een groot platform (met slechts een paar auto’s erop) dicht bij de static. Tot onze vreugde telden we niet een maar twee Mi-35 Hinds, plus een Gazelle, Bell 206, AW-139 en een BN-2 Defender. De officiële ceremonie was zojuist beëindigd en de laatste Cypriotische hoogwaardigheidsbekleders waren net van plan om te vertrekken. Afgeleid van de manier waarop wij door de hogere rangen en de piloten en grondpersoneel werden bekeken kon je opmaken dat ze nog nooit zo’n groep fotografen hadden gezien. Op een bepaald moment maakten we kennis met de commandant van de luchtvaart component , die erg enthousiast was over onze aanwezigheid en verzekerde ons dat we volgend jaar weer meer dan welkom zijn. Goed om te weten. Het vergde wat overtuigingskracht om de Hind crews hun squadron emblemen en memorabilia opnieuw te laten uitpakken, maar uiteindelijk waren we blij dat ze dit deden. Er was geen vliegactiviteit in de middag, dat had blijkbaar ’s morgens al plaatsgevonden. Erg jammer dat we dit hadden gemist, maar fotograferen was toch onmogelijk geweest ivm de stand van de zon. Volgens een officier zou er nog een publieksdag zijn op zaterdag, met vliegactiviteiten. Maar natuurlijk zouden wij dan al weer thuis zijn. Een ander klein negatief dingetje was dat de vijf andere Hinds in de hangar aan het einde van de static line stonden, en deze waren absoluut “out of bounds”, maar we konden ze in ieder geval zien voordat de deuren sloten. Pluspunt was, dat het grondpersoneeel en piloten goed hielpen met rommel uit de weg halen voor de heli’s.
Na een goede 90 minuten hadden we alles wat we wilden, en langer blijven of de volgende dag terugkomen was hiermee overbodig geworden. Eenmaal van de basis af bleven we de rest van de dat in de landing van het vliegveld voor wat civiel spotten en voor een enkeling een duikje in de Middellandse Zee. De kers op de taart waren twee Shackletons en een Flamant die er verlaten bijstonden aan de rand van het vliegveld. Hierna vertrokken we naar Paphos, naar ons hotel.
Op donderdagmorgen, 9 november, hadden we geen haast en iedereen vond het perfect dat we de wekker niet om vijf uur hoefden te zetten en ons te haasten. Het plan was om terug te rijden naar Larnaca en daar rond de middag te zijn, voor een afgesproken bezoek met Staatsbosbeheer’s vliegdienst. Eerst moesten we pasjes ophalen bij een kantoor op de terminal, voordat we verder konden naar onze gidsen, maar alles ging verbazingwekkend snel. Staatsbosbeheer heeft maar twee vliegtuigen, een AT-802 en een Trush, die we beiden gingen fotograferen. De AT-802 werd hiervoor naar buiten gereden in de zon. “Slechts” twee vliegtuigen wil dus zeggen een kort bezoek. hoewel de civiel geïnteresseerden onder ons vermaakt werden door (blijkbaar) redelijk exotische exemplaren die dicht bij ons langs taxieden. Maar aan het einde moesten we onze vriendelijke gidsen gedag zeggen, de pasjes inleveren en een plek vinden nabij de landing voor de rest van de middag. Dit was wederom op het strand, maar ditmaal met eet en drinkgelegenheden. Sommigen vermaakten zich met fotograferen, terwijl anderen doken in de Cypriotische cuisine, onderwijl flink lastig gevallen door hordes zwerfkatten. Na te hebben ingecheckt in ons laatste hotel, liepen we naar een nabijgelegen hotel, dat ons was aangeraden door het personeel van ons hotel. We kregen Mezé, met in totaal 25 verschillende gerechten, met allerlei soorten eten, de een na de ander. Na een tijdje moet je wel denken: “alsjeblieft, stop, genoeg gehad”, maar de gerechten bleven maar komen. Onze lange tafel was letterlijk volgestapeld met (half) lege borden, een aanblik om te onthouden en (voor het grootste deel) zeer smakelijk ! Een passend einde aan een schitterende week.
Op vrijdag 10 november was het tijd om naar huis te gaan. Wederom erg vroeg opstaan en verzamelen in de lobby, voor ons vertrek om 8 uur naar Athene en daarna Amsterdam. In Athene zeiden we diegenen gedag die andere vluchten huiswaarts namen. De rest van de groep deed hetzelfde op Schiphol, na een klein beetje vertraagde vlucht en de blije conclusie dat onze bagage dezelfde route had genomen als wij. Efcharistó Elláda, efcharistó Kýpros!