Canada 2011
In 2011 waren we welkom in Canada voor een aantal basisbezoeken (zowel in het oosten als het westen van het land). We wisten bij de reis ook een uitstapje naar Vermont (USA) in te plannen.
4Aviation reisde met een groep van 10 personen richting Canada tussen 8 en 18 juni voor een bezoek aan een aantal Canadese vliegvelden.
De 10 deelnemers verzamelden zich op woensdag 8 juni ’s allemaal morgens op een schappelijke tijd op Schiphol voor de eerste vlucht. Met KLM ging het richting Calgary voor een overstap naar een WestJet vlucht richting Edmonton. De overstaptijd op Calgary was bijna 3 uur, maar dat bleek eigenlijk niets teveel. Door de douanebeslommeringen was er geen tijd meer om in Calgary even snel naar het AeroSpace Museum of Calgary te gaan. De WestJet vlucht naar Edmonton verliep lekker snel en rond 17.30 uur pikten we de twee vans op bij het verhuurbedrijf in Edmonton. Daarna volgde nog een rit van iets meer dan drie uur, op weg naar Bonnyville. Na een lange dag met de eerste indrukken van Canada en het Canadese landschap zocht iedereen al vroeg zijn bedje op.
Op donderdag 9 juni gingen we ’s morgens verder richting CFB Cold Lake. We wisten inmiddels dat de Maple Flag oefening was afgelast. Dat was jammer, maar uiteindelijk gingen we met name voor toestellen van de Canadese luchtmacht richting Canada natuurlijk. De ochtend werd buiten het veld doorgebracht, op de public viewing area. Daar was men net de laatste hand aan het leggen aan een nieuwe hek dat rondom het hele veld geplaatst werd. Dit nieuwe hek bleek een dikke 3 meter hoog te zijn, wat het fotograferen van de public viewing area niet echt ten goede komt. In take-off blijven er echter nog leuke mogelijkheden en de rolbaan is ook wel te doen. ’s Middags waren we welkom voor een bezoek aan de basis. Onze begeleider had als eerste een bezoek aan 410 squadron georganiseerd. Na het hartelijke welkom bij 410 squadron gingen we verder richting het platform en de baan. Bijna alles was, in overleg uiteraard, mogelijk. Het was jammer dat er niet heel veel gevlogen werd, maar er kon naar hartenlust op heel veel plaatsen fraai gefotografeerd worden. Aan het einde van de middag namen we, veel dank zeggend, weer afscheid van onze begeleider en reden een heel kort stukje richting het hotel, via een aantal preserved kisten in en om CFB Cold Lake. We kozen een restaurant aan ‘Cold Lake’ en genoten van de omgeving.
Ook vrijdag 10 juni was ingepland voor een bezoek aan Cold Lake. We stonden dan ook weer mooi op tijd op de public viewing area. Na de take-off van een aantal kisten, waaronder een Hawk die deze dag zou crashen, concludeerden we dat het mooi was geweest en besloten weer richting Edmonton te rijden. In de loop van de middag kwamen we in de buurt van Edmonton en we besloten te kijken of 408 squadron op Edmonton Garisson om te zien of een bezoekje tot de mogelijkheden hoorde. Gelukkig bleek met erg bereidwillig en even later stonden we dan ook in hun hangaar en pikten ook nog mooi een binnenkomende Griffon (Bell 412) mee die binnen kwam in een fraai zonnetje. Na dit extraatje reden we richting het Alberta Aviation Museum voor een bezoek. Van hieruit was het maar een kort stukje richting het hotel.
De zaterdag (11 juni) stond in het teken van reizen. Vanuit Edmonton (Alberta) gingen we richting de staat Québec. Dit betekende dat we de auto’s al vroeg inleverden voor de eerste vlucht richting Ottawa met Air Canada. Na een supersnelle overstap zaten we later op de dag in een DHC-8 van Air Canada Jazz voor het korte hopje van Ottawa naar Montréal. In Montréal haalden we twee soortgelijke huurvans op en begonnen aan de eerste kilometers in Franstalig Canada. De overnachting was in Québec City, waar we aan het begin van de avond arriveerden.
De vliegshow op CFB Bagotville stond voor zondag 12 juni op het programma. Om hier te komen moesten we ’s morgens nog ongeveer 200 kilometer rijden. Onderweg naar Bagotville zag het weer er niet echt super uit, en dat werd alleen maar slechter naarmate we dichter bij het veld kwamen. In de stromende regen reden we dan ook de parkeerplaats van de show op. De regen zou eigenlijk de hele dag wel blijven en het fotograferen van de, relatief kleine, show behoorlijk beïnvloeden. Er stonden nog maar 4 auto’s op de parkeerplaats toen we het veld weer gingen verlaten. Een warme douche en een goeie maaltijd aan het einde van de dag bereidde de groep voor de volgende dag.
Ook op maandagmorgen, 13 juni, gingen we richting CFB Bagotville. Deze ochtend waren we welkom voor een bezoek. Het bezoek was zo gepland dat we de vertrekkende kisten van de open dag nog vanaf het veld zouden kunnen fotograferen. Het weer was inmiddels wat verbeterd en de ontvangst was weer zeer hartelijk. Net als op Cold Lake kon in overleg ook hier weer heel veel en we zijn er dan ook van overtuigd dat we op beide velden weinig toestellen hebben laten schieten. Bovendien pikten we inderdaad nog een deel van de toestellen van de open dag mee. Na een bezoek aan het museum namen we ook hier weer afscheid en gingen weer kilometers maken, die keer weer richting Québec. In de loop van de middag beproefden we ons geluk bij Valcartier Garisson. Helaas bleek de persoon die eventueel toestemming kon geven voor een bezoek aan het CH-146 squadron niet meer aanwezig waardoor de buit bestond uit twee CH-146’s op het platform. We reden daarna nog verder richting Drummondville voor de overnachting.
Op dinsdag 14 juni wilden we even kort de grens maar de Verenigde Staten over. De staat Vermont grenst aan Québec en huisvest de F-16’s van de Vermont Air National Guard. Reden genoeg om deze dag richting Burlington International Airport te rijden. De F-16’s leken niet echt actief en net toen we verzocht werden te vertrekken vanaf het terras van een gebouw (waar we eerder uitgenodigd werden om plaats te nemen) kwamen de eerste toestellen terug. De vijf F-16’s die terugkwamen konden nog fraai gefotografeerd worden. Na een rondje om het veld, waarbij twee UH-72’s van de Army mooi buiten stonden om vast te leggen, vertrokken we weer richting Canada. Via een paar preseved kisten in St.Jean-sur-Richelieu arriveerden we later op de dag bij Montréal-St.Hubert. Daar wisten we weer een Bell 412/CH-146 vast te leggen. Via twee hele fraaie T-33’s in Cornwall gingen we richting Gananoque voor de volgende hotelovernachting.
Voor woensdag (15 juni) stond een bezoek aan CFB Trenton gepland. Vanwege het operationele karakter van het veld, de toestellen vliegen heel regelmatig de hele wereld rond om alle Canadese troepen te bedienen, was het bezoek tot het laatste moment onzeker. Onze begeleider maakte het ons heel gemakkelijk; “ik volg jullie”. Ofwel; al wandelend en fotograferend werd, onder de stralende zon, de hele flightline bezocht en we prijsden ons erg gelukkig met de aanwezigheid van veel C-130’s. Verder stonden er nog 2 C-17’s, 3 Bell 412’s, een Challenger en 2 Beech 200’s. Helemaal happy met het resultaat ging een deel van de groep daarna naar de landing en de rest richting het National Air Force museum of Canada dat tegen het veld aan ligt. In de loop van de middag begonnen we aan de rit richting Barrie (Ontario) voor de overnachting.
Op 16 juni, donderdag, waren we welkom op CFB Borden, zowel bij 16Wing als bij 1Wing. Het bezoek begon bij 16Wing. Na een kort bezoek aan het museum bezochten we de hangaars van de Canadian Forces School of Aerospace Technology and Engineering. Deze eenheid beschikt over bijna 30 CT-114 Tutors voor instructiedoeleinden. Tijdens ons bezoek werden beide hangaars van de eenheid bezocht en één van de Tutors stond mooi buiten in het zonnetje. Daarna gingen we naar de hangaar van 400 squadron. Deze eenheid vliegt weer met de CH-146/Bell 412 en ze hadden drie exemplaren buiten op het platform staan. Ook hier werd weer uitgebreid dank gezegd voor de geboden mogelijkheden, waarna we richting Toronto reden. Na een bezoek aan het museum op Downsview was het oorspronkelijke plan om de CN tower in Toronto met een bezoekje te vereren. De voorwaarschuwing voor de drukte in Toronto, en een korte blik op de daadwerkelijke files deed ons besluiten meteen door te rijden richting Prescott (en het hotel). Via Trenton (met een paar aanvullende toestellen) kwamen we vroeg in de avond aan bij het hotelletje in Prescott.
Vrijdag (17 juni) was alweer de laatste dag van de reis. Na een uurtje rijden kwamen we aan bij de luchthaven van Ottawa waar de VIP-kisten van 412 squadron gestationeerd zijn. We wisten een aantal Challengers te vinden en eentje steeg er op tijdens ons bezoek. Helaas was het inmiddels begonnen met regenen. In die regen kwam ook een Belgische Hercules binnen op Ottawa. Na het bezoek aan Ottawa togen we richting het Canada Aviation and Space Museum in Rockliffe. Na een bezoek aan dit museum zat de reis er echt op en reden we richting Montréal . Na het inleveren van de huurauto’s en het inchecken voor de KLM-vlucht naar Amsterdam werd al tevreden teruggeblikt op een hele fraaie reis met heel veel medewerking van de autoriteiten.